Het eerste werk van Michaël Borremans


“Ik schilder met bloedend hart”


Van gevestigde kunstenaars durven we al eens te vergeten dat ze ooit een hele zoektocht hebben afgelegd. In hun boek 'First Works by 362 Artists' vroegen Francesca Richer en Matthew Rosenzweig kunstenaars van over de hele wereld om een sleutelwerk te selecteren dat hun persoonlijke artistieke doorbraak betekende. De Morgen laat zes Belgische kunstenaars aan het woord over hun eerste werk.

Er is iets bijzonders aan de hand met het licht in het huis van Michaël Borremans. We zitten in zeteltjes naast een boekenrek. Eén wand bestaat bijna volledig uit ramen. Daglicht dringt binnen, maar tegelijk lijkt er duisternis te heersen. Real life clair-obscur. Film noir in kleur. De wereld van Michaël Borremans.



Dat het moeilijk kiezen was, zegt hij. En dat hij verschillende eerste werken heeft. Drie om precies te zijn. Eén werk was qua stijl en techniek cruciaal. Een ander betekende een doorbraak op persoonlijk vlak. En één schilderij was gewoon het allereerste dat hij ooit maakte.

Zijn échte eerste werk kan hij niet laten zien. Hij maakte het als kind en het ging verloren in de loop der jaren. “Het was de eerste keer dat ik een schilderij maakte. Toen ik een jaar of negen was, speelde ik buiten in de tuin en vond ik potten lakverf van mijn vader. Het was sterker dan mezelf, ik moést schilderen. Het was een conceptueel, abstract werk, met letters en kleurige vlekken. Atypisch voor een kind. Ik liet de letters van USA en USSR met elkaar vechten. Heel politiek dus. (lacht) We zaten toen in volle Koude Oorlog. Het was de eerste keer dat ik voelde dat schilderen een taal is.”

“Ik ben 'artist by nature'. Ik heb nooit moeten kiezen wat ik later zou worden, ik wàs het gewoon. In het eerste leerjaar hing de juf de beste tekeningen op. Die van mij hingen nooit aan de muur, maar ik wist pertinent zeker dat de juf het bij het verkeerde eind had. (lacht) Ik vond mijn tekeningen veel intelligenter, gesofisticeerder en volwassener dan die van de andere kinderen.”

De hele lagere school tekende hij al zijn schriften vol. “Daar heb ik veel straf voor gekregen, want ik lette natuurlijk niet goed op. Maar ik kon het niet laten. De kunsthumaniora van Sint Lukas was voor mij een openbaring. Voor het eerst ging ik graag naar school. Daar heb ik het meest geleerd. Ik ben heel intensief beginnen tekenen. Er hing een goede sfeer. Mijn medestudenten waren gepassioneerd en geïnteresseerd.”

Borremans haalt een boek uit zijn rek om het werk te tonen dat misschien wel het belangrijkste is uit zijn hele oeuvre. 'The Performance', een sleutelwerk uit 2004. Het staat symbool voor een cruciale beslissing, namelijk om zijn ensceneringen zelf te maken. “Toen heb ik het licht gezien en is mijn werk zich beginnen te ontwikkelen.”

Tot dan toe gebruikte Borremans altijd 'found footage' om te schilderen. “Maar ik ervaarde het als een handicap dat de onderliggende bron altijd voelbaar was in het uiteindelijke werk. Daarom besliste ik in dat jaar om zelf composities te creëren en te fotograferen, waardoor de beelden autonoom werden. Plots werd mijn werk veel vollediger en persoonlijker.”

Op 'The Performance' staat op een bruine ondergrond een doos met een doek over. Verder is er bijna niets te zien. “Ik heb geleerd dat je moet reduceren om tot een sterk beeld te komen. Hoe minder er op staat, hoe krachtiger. Je werkt met suggestie. Dit doek presenteert het schilderij als podium. Een schilderij heeft niet louter de status van een beeld. Het is een object, een aanwezigheid in de ruimte en het heeft daardoor een veel grotere impact dan een tekening. Het maakt meer herrie. Een tekening is softer, meer zoals een gedicht.” Is een schilderij dan meer een roman? “Misschien wel. Romans verkopen ook beter dan dichtbundels. Schilderijen brengen op veilingen ook altijd het meeste op. (lacht)”

Op de vraag wanneer een werk goed is, bestaat geen eenduidig antwoord. Bij het maken van Borremans' doeken speelt het toeval altijd een heel grote rol. “Als je alles onder controle wil hebben, kun je alleen maar steriele dingen maken. Ik had bijvoorbeeld eens een schilderij gemaakt waar ik best tevreden over was. Het lag op de vloer van mijn atelier en was al wat stoffig geworden. Plots vielen er een kleine stukjes witte kalk van het plafond op het doek, waardoor het beeld veel beter werd. Ik nam er een foto van en maakte op basis daarvan een nieuw schilderij. Het oorspronkelijke doek heb ik weggegooid. Picasso zei: 'ik zoek niet, ik vind'. Zo is het voor mij ook.”


Foto: Diego Franssens


“Je werk is permanent in ontwikkeling. Maar er zijn een aantal belangrijke momenten. Vaak heb je pas veel later de betekenis van een bepaald werk door. Analyseren doe ik altijd achteraf. Terwijl ik bezig ben, gebeurt het allemaal zeer intuïtief. Als ik goed aan het schilderen ben, hoef ik niet na te denken. Het is een moment van genade. Hoe harder ik moet nadenken, hoe slechter het doek.”

“Vroeger moest ik een werk eerst helemaal af maken om te kunnen zien of het goed was. Nu kan ik al in een zeer vroege fase aanvoelen wanneer het niets wordt en dan stop ik ermee. Daar heb je visuele intelligentie en intuïtie voor nodig. Dat is voor mij het onderscheid tussen goede en slechte kunstenaars. Er zijn heel wat artiesten die goed werk kunnen maken, maar er zijn er weinig die het kunnen zien wanneer ze een minder werk gemaakt hebben. Maar misschien zijn er mensen die dat ook van mij zeggen. (lacht)”

Michaël Borremans staat op en zet 'The Commitment' naast ons neer op de grond. Het is een werk uit 2001. Een persoonlijk manifest over zijn schilderspraktijk. Dit doek is vooral op persoonlijk vlak van belang. “Het werk vertelt wat het voor mij betekent om te schilderen. Het is een vroeg mentaal zelfportret waarin ik me manifesteer als schilder. Qua techniek en stijl is het nog een beetje primitief, maar het is wel een belangrijk statement.”


“Rond 1999 begon ik te schilderen. De eerste doeken waren studies om het medium te leren kennen. Het waren figuratieve schema's. Ik keek bijvoorbeeld door het raam, zag de wolken en maakte er abstracte vormen van om met verf te leren omgaan. Maar 'The Commitment' is het eerste dat voor mij echt iets betekende.” Op het schilderij is een mannelijke figuur te zien die een penseel door een gaatje in zijn borst stopt. Uit het gat komt een zwarte vloeistof. “Hij steekt het penseel in zijn hart. Het heeft veel betekenissen. Het gaat over mijn engagement. Daar kies ik niet voor, het is er gewoon. Maar dat engagement heeft ook een prijs. Ik schilder met bloedend hart. Heel romantisch.”

“Dit werk heb ik nooit getoond omdat het zo persoonlijk is. Ik had het kunnen verkopen, maar dat wilde ik niet. Ik hou niet veel werken bij en ik hang al helemaal niets van mezelf op, maar dit is een uitzondering. Het hangt aan mijn slaapkamermuur. Om me te herinneren aan wie ik ben. Als ik afzie en ik kijk naar dit doek, weet ik dat het klopt.”

Artikel verschenen in De Morgen op 20 juli 2012